Zoeken in deze blog

donderdag 12 januari 2023

 

HIER HET LAATST GESCHREVEN HOOFDSTUK 11 complete roman elders op deze site

HOOFDSTUK 11:DOES YOUR MOTHER KNOW?

Toen ze klaar waren met de hamburgers te verorberen, en Misty was uitgestapt met alle papieren zakken en alle lege bekertjes in de vuilnisbak had weggebracht, kreeg Elan opeens een idee.
Elan had alle frietjes die over waren één voor één uit het raam gegooid naar de kraaien die met een schuin gehouden kopje hem nauwgezet in de slimme kraaloogjes hielden. Hun honger was groter dan hun angst.. Elan gooide doelgericht zijn frietjes in de richting van de kleine zielige vogeltjes, want de grote brutalere vogels pikten alles weg voor hun timide soortgenoten en Elan vond dat de rijkdommen der aarde eerlijker verdeeld moesten worden onder de gevederden der aarde. Er is al genoeg onrecht en oneerlijkheid op de wereld. Meestal krijgt de vette vogel nog meer, terwijl de scharminkels moeten toekijken hoe alles voor hun snaveltje wordt weggekaapt.

'Zo,' zei Misty, toen ze weer met haar ranke , elegante gestalte achter het stuur stapte. Misty had een lang postuur, waardoor ze haar fauteuil heel ver naar achter moest verstellen, zodat haar ranke benen de pedalen konden bedienen. Ja, zij is heel lang.
'Waar gaat de reis naar toe? Je zei dat je nu ook nog bij je moeder op bezoek wilt?'
'Ja, we gaan op bezoek bij mijn moeder als jij het niet erg vindt, ik ben al zo lang weg van huis, dus het moet gebeuren.'
'Kijk, we zijn nu al in feite halverwege, we hebben een auto, we hebben de tijd, of heb jij morgen nog dringende zaken te doen, en we hebben de huurauto tot maandagochtend en jij hoeft niet te werken, dus ik dacht: we verenigen het nuttige met het aangename.'
'Het lijkt wel of het een corvee is voor jou. Maar ik vind alles goed,' zei Misty, 'zo lang jij maar alles betaalt, haha.'
'Ik heb toch ook alles betaald,' zei Elan, 'we zitten in this together, of niet dan?'
'Maar misschien wil ik je ook wel aan mijn moeder showen, of ik zeg gewoon dat jij altijd mijn privé-chauffeuse bent, haha.'
'Oké dan nemen we deze weg en dan moeten we de richting Breda aanhouden.'
'Oké baas,' en Misty schakelde al naar zijn drie. Ze was een vlotte chauffeur die niet twijfelde.

'Ja, dus Breda aanhouden, dat is ongeveer denk ik vanaf hier 50 kilometer naar het zuiden.'
'En als je in de buurt daar het woordje Vlissingen ziet, dan gelijk Vlissingen aan houden.'
'Oké meneer de navigator, houd jij het kompas in de gaten, dan houd ik het roer recht voor jou.'
'Maria, leid ons de weg,' zei Elan wat blasfeministisch, het was een heerlijke avond van een heerlijke dag.

De zon was al aan het zakken de hemel was on fire met het licht van het gouden uur, het uur waarin alles in een gouden gloed staat en alle romantische ogenblikken plaatsvinden tussen geliefden, zelfs rijdend op de snelweg in een gehuurd koekblik.

Juist dan.
Er waren niet veel auto's op de weg en Elan zette de radio op een zender waar iedereen het mee eens kon zijn, namelijk gewoon een rustgevend kabbelend babbel programma.
Waarom zet je de zender op dat praatprogramma?' zei Misty, ' Ik wil gewoon gezellig naar leuke muziek luisteren.'
'Maar ik wil gewoon naar een nieuwsprogramma luisteren, dit is een interessant onderwerp, ja?'
'Maar niet nu,' en ze draaide resoluut de zender op Radio 3 waar op dat moment 'Paradise By The Dashboard Light' uit de kleine auto-speakertjes schetterde.

Allebei gingen ze als uitgelaten pubers uit hun dak met denkbeeldige microfoons en meeblèrend met de flarden tekst die ze wel goed konden. Elan haalde zelfs een zakdoek te voorschijn om zijn voorhoofd te deppen, zoals in de epische live uitvoeringen van Meatloaf zelf.

'Je vindt het toch wel een leuk liedje,' zei Misty met een lachje, toen het liedje afgelopen was en ze zich uitgesloofd hadden om elkaar te krijgen en af te stoten, zoals in de song.
'Jawel, ik vind het ook wel leuk, muziek zo nu en dan. Ik ben gelijk weer wakker ook, en je had toch wel gelijk. Deze keer, dan.'
Na een tijdje rijden, beiden een beetje in gedachten verzonken en een beetje moe, luisterend naar de muziek, kwam het bord Vlissingen in beeld en Misty zette koers naar het westen.
Daardoor kwam nu de ondergaande zon precies in haar ogen te staan en verblindde haar zicht op een totale en gevaarlijke wijze.

Wat eerst een prachtige zonsondergang was, was nu een levensgevaarlijke handicap. Het is zo toch waar dat romantiek en de dood dicht bij elkaar liggen.
Gehaast zocht Elan naar een zonnebril voor haar, er lag ergens goedkope bril en hij tastte koortsachtig om zich heen in de auto. Hij plantte de zonnebril zonder poespas of decorum in haar gespannen gelaat met toegeknepen ogen tegen de zon, terwijl ze vanonder de zonneklep naar de snelweg spiedde..
'Wat doe je nou!,' zei Misty, 'ik zie niks meer, en zij mepte driftig zijn hand met de zonnebril weg.'
'Ik wou alleen maar jou helpen,' mompelde Elan een beetje aangeslagen, 'want we waren bijna ook allemaal, allemaal dood geweest als je niet goed kan ziet waar je gaat.'

'Goh, je hebt wel heel veel complexen, hè,' zei Misty.
'Nou, niet meer dan een ander mens,' zei Elan.
'Nou, ik denk wel een klein beetje meer dan een ander. Maar goed, het is niet erg. Je wilt blijven leven, dus daarom ben je zo bang. Vertel eens wat over je moeder dan. Is zij een lieve vrouw, is zij een aardige vrouw?'
'Nee, ja, nee, ja,' zei hij, 'ze is, ik bedoel, ze is wel lief en ook wel goed, misschien niet tegen mij, maar ik weet het niet.' ' Ze heeft me gewassen. Ze heeft me gebaard. Ze heeft me gevoed met heerlijke en gezonde maaltijden, maar toch hou ik niet echt van haar. Ik weet, ik moet eigenlijk van mijn moeder houden. Het is voor mij ook moeilijk om dat zo te beseffen, maar ik had dit gevoel al als kind zijnde.'

'Het is zo. Maar ik voel me zo schuldig als ik dit zeg,' zei Elan.
'Oh, heb je nog een moedercomplex, ook,' zei Misty lichtelijk sarcastisch.
'Ja kijk, we komen uit een familie van arme landarbeiders en keuterboertjes.'
'Dat wil zeggen: mensen die zich per dag moeten verhuren als landarbeider, zogenaamde dagloners , die werken bij de grote boeren, zeg maar de mensen die al generaties lang het land en het kapitaal hebben. En je moet braaf je werk doen en niet klagen, want anders word je niet meer gevraagd de volgende dag.'
'Ja, Oké, maar je leeft nu in het heden. Dus wat heeft dat met een zonnebril en de dood te maken?'
'Hoe is het zo gekomen dat jullie eeuwenlang landarbeiders zijn gebleven?'
'Nee, dat weet ik ook niet,' zei Eland nadenkend.
'De armoedeval, karma, geen kapitaal, het genetische noodlot, situaties buiten onze geestelijke horizon, of gewoon een gebrek aan durf en Schwung, dat zal het zijn.'
'Het is zelfs zo dat wij zo arm waren dat er verschillende meisjes hun hele leven ongetrouwd zijn gebleven, want ze waren niet knap en ook nog eens arm. Hun enig unique selling point was hun goedkope werkkracht, bijvoorbeeld als dienstmeisje of wasvrouw bij een rijke boer, waar ze hun halve leven werkten en slaafden van 4 uur 's ochtends tot 's avonds acht.'
'Mijn voorouders waren zo rond 1560 ook redelijk welvarende boeren met landbezit, heb ik ontdekt, maar daarna tijdens de Sint-Elisabethsvloed van 1558 werd het hele hebben en houden van mijn verre voorouders verwoest door het water.
Het was in de buurt van het huidige Flakkee, waar we nu net zo ongeveer lang rijden, en daarna zijn mijn verre voorouders langzaam afgedropen naar het zuiden in de buurt van Dinteloord en Roosendaal en later ook in Zeeland gebleven.'

'Hahaha, hoe weet je dat allemaal zo goed?' vroeg Misty.

'Ik heb mijn volledige familie genealogie opgezocht in de bibliotheek.'
'Ja, je familiegeschiedenis is belangrijk,' zei Misty, 'je moet weten waar je vandaan komt.'
'Je moet weten wat je oorsprong is.'
'Waar kom jij vandaan dan oorspronkelijk?'
'Wat is jouw familie achtergrond dan?'
'Ja, daar heb ik me nooit echt in verdiept,' zei ze en ze keek strak op de weg, die één lange rechte baan was die niet veel aandacht vereiste.
'Maar bijna iedereen heeft toch wel een vermoeden? Iedereen heeft wel zijn opa en soms ook zijn overgrootvader gekend,' zei Elan doorvragend.


De vraag bleef open en Misty vroeg in plaats daarvan: 'Is het nog ver?'
'Hoeveel benzine hebben nog? Want waar wij naar toe gaan is een gereformeerd stadje en daar zijn er geen benzinestations open 's avonds en zeker niet op zondag.'
'Ja, het is nu nog ongeveer voor 30 km, denk ik,' zei Misty terwijl ze een blik op het dashboard wierp.
'Dus ja, ik heb nog een beetje, maar niet genoeg, dus dan moeten we zeker stoppen bij zo'n tankstation aan de weg, dat is een goede hier, zal ik deze afslag dan maar nemen, heb je genoeg geld bij je?'
'Ja, ik heb voldoende money, maak je geen zorgen en gooi de tank maar vol.
'Ik ben blij dat bij me bent en je rijdt ook heel soepel dus wil je een koffie als we bij het tankstation zijn of iets anders, een Mars-reep of zoiets?'
'Heb je wel een cadeautje voor je moeder meegenomen?'
'Oh ja, dan koop ik daar dan bloemen voor haar. Goed idee, en ook wat moest ik voor jou meenemen, koffie?'
'Ja oké, Ik wil koffie maar wel zwarte koffie zonder melk en suiker.'
'Yes, you like it strong, dat is zo ja.'
'En bovendien is melk ook niet voor mensen bestemd, maar voor kalfjes bestemd,' zei ze.
'Maar jij bent toch een kalfje?'
'Haha,' zei Misty, 'goed, ik zie hier een tankstation over 300 meter, Oké. Ik ga vol tanken dan en ga jij voor je moeder bloemen kopen en alles wat je nog wilt kopen.'

Elan stapt uit en strekte zijn benen en ademde diep de kristalheldere avondlucht in zijn longen, die al het vuil wilden uitwisselen met de lucht van groen, van verse gesneden mais en ook omgeploegde aarde.
Dit was een hele andere ervaring dan in de stad, hij was blij om even terug naar de roots te gaan.
In het tankstation zat hij de bossen snijbloemen te bevoelen en te keuren op prijs-kwaliteits-rendement.
Hij vond f 2,50 wat te goedkoop, maar f 20 gulden wat te duur, dus kwam mij uit op het bosje ietwat verlepte en verlegen pioenrozen die waren afgeprijsd.
'Ach, het gaat om het gebaar,' dacht Elan.
En hij legde het bosje druipende bloedrode rozen bij de kassa en ook een beker koffie zonder melk of suiker en een zakje chips en een pakje condooms

Terwijl hij zijn aankopen bij elkaar probeerde te houden, prikte hij zich aan een dorens van de bos rozen en toen hij het portier van de auto  opendeed druppelde er wat bloed op het boeker en de beker koffie.
'Bloed, zweet en tranen,' zei Misty licht hoofdschuddend, 'die kan ook nooit eens een boodschap zonder drama uitvoeren. Oh, je bloedt, je bent gewond geraakt!'
'Ja, ik ben gewond...,' zei Elan, 'dat klopt.'
'Ik heb mooie bloemen gekocht voor mijn moedertje, zie je?'
'Heel mooi, ja.' en met één hand aan het stuur en in de andere de beker koffie scheurde ze weg, de auto zich vullend met de geur van koffie en verlepte rozen.

Ze wisten dat ze ze aangekomen waren toen ze het bordje Goes – bebouwde kom passeerden.
Zo reden Elan en Misty zo in het pikkedonker tussen de koeien en onheilspellende knoestige bomen en familiehoeves van zwartgeteerde planken en krakende zolders vol vermoedens van bloedkoralen incest...
'Ja, ik vind het heel leuk om op bezoek te gaan bij je moeder, maar kun je me dan de weg wijzen, zo in het donker, jij kent de wegen hier waarschijnlijk beter dan ik.'
Dat viel Elan nog tegen, alles was veranderd, alles was gesloopt en wegen liepen dood.
Hij was al te lang weggebleven.

'Ja, we wonen aan de buitenkant van het dorp, logisch, alleen de belangrijke mensen wonen in het midden en wij zijn buitenstaanders, hooguit getolereerd aan de rand van de samenleving en dat is waar onze plek is...'
'Oh, wat doe je toch weer dramatisch,' zei Misty,, wat ben je toch een dramaqueen!'
'Ja, het is nou eenmaal zo. Jij weet niet wat dat is.'

'Goed, we moeten hier naar links, dan deze rotonde, langs de begraafplaats (waar al mijn voorouders zich niet meer schamen) , dan daar waar bijna de weilanden beginnen en waar het smaller wordt, die moet je volgen en dan maak je een cirkel en dan kom je weer in het dorp terecht, maar dan aan de andere kant, oké.'
Misty reed over een smal weggetje onder een dijk.

Aan één kant was de Oosterschelde te zien en aan de andere kant de lichtjes van de boten en de haven.
Aan de andere kant het slapende stadje aan de Oosterschelde.

'Bijna, nog even hier rechtdoor, en dan, goed, ja hier naar beneden en links aanhouden in die bocht.'
'Kijk uit voor die boom!'
'Ja, ik kan wel rijden, hoor.!'
'Ik heb kattenogen in het donker!'
Elan kreeg ineens een loodzwaar gemoed en vage herinneringen kwamen opzetten uit een verstopte lade.
Elan had zijn jeugd en puberjaren hier gesleten en langs deze dijken onder de heenvliedende Zeeuwse wolken gereden, kromgebogen over zijn fietsstuur, en vervuld met een diepe melancholie en onverklaarbare neerslachtigheid, zelfs in de hoogzomer of de lente, wanneer de natuur jubelt over zijn eigen bestaan en veerkracht.

Hij voelde zich altijd iets onbeschermd, bespied door de één of andere gadeverslaggever der dingen, wat dat ook moge zijn, zich niet geborgen en beoordeeld.

En deze gemoedsgesteldheid kwam allemaal weer terug nu, ook al reed hij door een prachtige omgeving met hele stille stilte, sprankelende met frisse lucht, maar zijn lichaam en geest herinnerde zich naast dit soort zaken ook de soort zaaiende stille onrust die aan depressie grensde en niet te verklaren was.

Deel deze pagina

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten